Op geregelde tijdstippen duikt de discussie over quota opnieuw op. Hierbij leggen we uit waarom quota nog altijd nodig zijn.
Quota geven een snel antwoord op het probleem van ongelijke deelname van vrouwen aan de besluitvorming in onze samenleving. We spreken letterlijk van een democratisch deficit wanneer de helft van de samenleving niet op evenredige wijze deelneemt aan de macht.
Het is ondertussen wel afdoende bewezen door allerhande cijferreeksen en onderzoeken dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen in allerlei besluitvormingsorganen een hardnekkig probleem is dat grondig en efficiënt moet worden aangepakt.
Quota zijn in tegenstelling tot streefcijfers niet vrijblijvend en hebben dus een dwingend karakter. Quota zijn een signaal dat er een probleem is en geven er zichtbaarheid aan. Quota zijn een hefboom om meerdere maatregelen te nemen om de participatie van vrouwen mogelijk te maken of te verhogen. Quota in de politieke besluitvorming hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ook vrouwelijke politici zwangerschapsverlof kunnen nemen. Een duidelijke illustratie van hoe die wereld vooral op mannen is gericht.
Het discours over het belang van competentie duikt steeds op bij discussies over m/v-quota. Hoe komt het dat hierover geen gewag wordt gemaakt wanneer het bijvoorbeeld gaat over taalpariteit?
De vrees voor het niet aan bod komen van bekwame mannen omdat er voorrang gegeven moet worden aan minder bekwame vrouwen wordt tegengesproken door de vaststelling van een Zweeds onderzoek, toch een gidsland met betrekking tot gendergelijkheid . Vrouwen zouden via de invoering van quota zelfs eerder ‘matig’ getalenteerde mannen verdringen en hiermee het algemene niveau van de organisatie opkrikken.
Bij iedere verkiezing eisen we de volledige rits (afwisselend v/m over de hele lijst). We lijsten telkens opnieuw de belangrijkste redenen voor quota op . We doen dat hier nogmaals omdat ze evengoed toepasbaar zijn binnen alle besluitvormingscenakels.
Waarom zijn quota noodzakelijk?
- Omwille van de gelijkheid tussen de seksen
De gelijkheid tussen de seksen, zowel de iure als de facto, wordt als een fundamenteel mensenrecht beschouwd. Die gelijkheid moet zich ook manifesteren in de politieke besluitvorming. Het VN-Vrouwenrechtenverdrag (CEDAW) benadrukt immers het belang van de deelname van vrouwen aan het besluitvormingsproces in het algemeen en aan de politiek in het bijzonder.
- Omwille van het democratisch principe
Vrouwen maken iets meer dan de helft van de bevolking uit, maar deze verhouding weerspiegelt zich, op enkele recente uitzonderingen na, niet in de uitvoerende mandaten. In dat opzicht is er sprake van een democratisch deficit.
Het argument van het ‘democratisch principe’ refereert aan de erkenning van het recht van vrouwen op volledig burgerschap, met de consequentie dat deze rechten weerspiegeld moeten zijn in een feitelijke deelname van vrouwen aan het politieke leven op elk niveau. Er kan geen sprake zijn van echte democratie als vrouwen voortdurend van machtsposities worden uitgesloten.
Wie voert het woord? Wie neemt de beslissingen? Wie bepaalt wat er in de wet komt? Het antwoord is meestal hetzelfde. Vrouwen zouden kunnen weigeren wetten en beleid te accepteren wanneer zij er niet bij betrokken werden.
- Omdat vrouwen minder bekendheid genieten (of minder mediabelangstelling)
Vrouwen genieten minder mediabelangstelling of komen meer in de media omwille van uiterlijke kenmerken (en dus niet op basis van hun expertise). In nieuwsprogramma’s zijn vrouwen de grote afwezigen wanneer het over ‘harde’ thema’s gaat.
- Omdat seksepariteit op de lijsten niet noodzakelijk leidt tot daadwerkelijke seksepariteit onder de mandatarissen
De pariteitswetten leggen de politieke partijen de verplichting op om bij de samenstelling van hun kieslijsten rekening te houden met het geslacht van de kandidaten. Deze wetten geven de partijen echter een ruime manoeuvreerruimte omdat met uitzondering van de verplichte mix voor de eerste twee plaatsen, ze geen enkele verplichting opleggen voor de rest van de lijst. Het is dus interessant om bij elke verkiezing na te gaan hoe de politieke partijen de geest van de pariteitswetten hebben geïnterpreteerd en toegepast. Zo kan de werkelijke vooruitgang in de deelname van vrouwen aan de macht gemeten worden.
- Omdat voorkeurstemmen belangrijk zijn!
De halvering van de impact van de lijststem zorgt ervoor dat het aantal voorkeurstemmen doorslaggevender wordt om verkozen te geraken. Vrouwen hebben minder naambekendheid en krijgen vaak minder voorkeurstemmen. Doordat de pot met lijststemmen kleiner geworden is, kunnen ze minder gemakkelijk heropgevist worden bij een tegenvallende persoonlijke electorale score. Deze maatregel is een duidelijke illustratie van hoe de ene regelgeving (de halvering van de lijststem) de doelstelling van de andere regelgeving (meer vrouwen via quota v/m) in het gedrang brengt.
- Omdat het in de grondwet staat
De grondwettelijke bepaling dat op alle politieke niveaus minstens één vrouw een uitvoerend mandaat toegewezen moet krijgen, is onvoldoende. We zijn tegen de geïnstitutionaliseerde excuustruzen.
De noodzakelijke aanwezigheid van personen van verschillend geslacht in uitvoerende mandaten staat sinds 2002 in de Belgische Grondwet (nl. art. 11bis). Enerzijds volstaat één persoon van het andere geslacht om aan deze grondwettelijke verplichting te voldoen. Anderzijds is de gelijke uitoefening van rechten en vrijheden voor vrouwen en mannen gewaarborgd en moet de gelijke toegang tot de openbare en door verkiezing verkregen mandaten nagestreefd worden.
- Om mee de agenda te kunnen bepalen
Op grond van hun ervaring en hun positie in de samenleving zouden vrouwen andere onderwerpen op de politieke agenda plaatsen. Het zou dan gaan om items die vroeger tot de privésfeer gerekend werden, zoals kinderopvang, seksualiteit, partnergeweld en gezinsplanning. Nu zijn het politieke issues geworden. Misschien kwamen ze vroeger fragmentarisch aan bod, maar dat was dan eerder vanuit ethisch perspectief en niet omdat ze vrouwen aanbelangden.
Uit de kronieken van de vrouwenbeweging (denk maar aan het Alimentatiefonds, de paritaire kieswetten,…) blijkt dat vrouwelijke verkozenen belangrijke spelers zijn in de verdediging van die eisen. Op lokaal vlak hebben vrouwen meer oog voor de directe leefomgeving en weten ze vaak goed wat er speelt in de samenleving. Zij maken relatief meer dan mannen gebruik van plaatselijke voorzieningen, komen op scholen, in woon- en zorgcentra, in de kinderopvang en kennen de generaties boven (senioren) en onder zich (kinderen en tieners) goed. Ze maken vaak deel uit van specifieke netwerken en (vrouwen)verenigingen die een belangrijke drijvende kracht zijn bij het ontstaan van gendersensitieve regelgeving. Zij vormen het grootste aantal mantelzorgers en komen daardoor in rechtstreeks contact met mensen die zorg nodig hebben. Heel wat zorgtaken behoren tot de verantwoordelijkheid van de gemeente. Daarom is het nodig dat er ook in de gemeenteraden evenveel vrouwen als mannen zetelen. Beslissingen kunnen immers ingrijpende gevolgen hebben (denk bijvoorbeeld aan de premie voor mantelzorgers).
- Opdat mannen hun zorgende rol in het gezin zouden opnemen
Slechts een minderheid van de Belgen vindt het scenario waarin de man kostwinner is en de vrouw voor huishouden en kinderen zorgt nog altijd het meest ‘natuurlijke’. De combinatie van gezin en politiek (vooral met jonge kinderen) is een aartsmoeilijke oefening wanneer men niet kan rekenen op ondersteuning (ook op de werkvloer: wisselende uren, gebrek aan opvang, …).
|