Evenwichtige vertegenwoordiging vrouwen en mannen in topfuncties en besluitvormingsorganen
Het ‘glazen plafond’ beeldt uit dat vrouwen veel minder dan mannen kunnen opklimmen naar topfuncties in privé-ondernemingen, bij de overheid en in allerhande adviesorganen.
De overheden nemen genderspecifieke initiatieven om het glazen plafond te doorbreken: de rode draad is een vertegenwoordiging van ten minste één derde leden van het minder vertegenwoordigde geslacht in raden van bestuur van ondernemingen en in adviesorganen van overheden. Dit quotum geldt ook voor de eerste twee niveaus van het personeel van de federale overheid. Het Vlaams personeelsbeleid hanteert streefcijfers: 33% voor vrouwen in top- en middenkader tot 2015 en vanaf 2016 wordt dat 40%.
De wet van 28 juli 2011 teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij heeft quota ingevoerd van ten minste één derde leden van het minst vertegenwoordigde geslacht (binnen een termijn van zes jaar voor de zeer grote ondernemingen, acht jaar voor KMO’s en zonder termijn voor de overheidsbedrijven). Bij niet-naleving zijn er sancties voorzien (nietigheid van benoeming of opschorting van de financiële voordelen). Het Parlement moet deze wet evalueren in de loop van het twaalfde jaar volgend op het van kracht worden van de wet.
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen(IGVM) publiceerde in januari 2016 De eerste balans van de wet van 28 juli 2011 over genderquota in raden van bestuur. Het percentage vrouwen in de bestuursraden van de onderzochte bedrijven blijkt op 6 jaar verdubbeld te zijn: van 8,2% in 2008 naar 12,7% in 2012 en 16,6% in 2014. De dwingende aanpak werkt dus maar de vastgestelde minimumdoelstelling van minstens een derde vrouwen is bij een groot aantal bedrijven nog lang niet bereikt. De wet is al van toepassing voor de overheidsbedrijven sinds 2012, maar treedt voor de grote beursgenoteerde ondernemingen pas in werking in 2017 en voor de kleine in 2019.
De derde balans van de wet van 28 juli 2011 over genderquota in raden van bestuur stelt sinds 2008 een verdriedubbeling vast van het percentage vrouwen in de raden van bestuur: van 8,2% in 2008 naar 26,8% in 2017. De wettelijke vereiste van minimaal 1/3de personen van hetzelfde geslacht/vrouwen werd in 2017 door 61,7% of 76 van de 115 onderzochte bereikt.
In 2017 is de quotawet ook voor grote beursgenoteerde bedrijven in werking getreden. Het blijkt dat 49 van deze bedrijven of 69% in 2017 de wettelijke verplichting haalden.
In 2019 gaat de quotawet ook in voor kleine en middelgrote beursgenoteerde bedrijven. In 2017 haalden 38 van de onderzochte bedrijven of 55,3% de minimale quota.
Volgens de quotawet van 2011 moesten de economische overheidsbedrijven en de Nationale Loterij al vanaf 2012 voldoen aan de 1/3de verplichting. In 2017 zetelden er 35,6% vrouwen in de raden van bestuur van deze bedrijven. Ze voldoen allemaal aan de quotawet.
De Vrouwenraad pleit al jaren voor een gelijke vertegenwoordiging (of de zogenaamde paritaire democratie) van vrouwen en mannen in topfuncties en besluitvormingsorganen.
|