Huldiging 2010

De campagne ‘Vrouwenkracht is vredesmacht’ loopt al meer dan tien jaar. Al die tijd heeft het Platform 1325 niet stilgezeten.

Alasha Jeanne Bahemurwaki

Alasha Bahemurwaki voert acties voor vrede en democratie. Zij strijdt tegen armoede en tegen geweld op vrouwen.

In 1998 richtte ze ASSOCITURI op. Dit werd een centrum voor ontwikkeling en informatie, waardoor verschillende concrete vormingsprojecten voor vrouwen ondersteund konden worden. Dit centrum vindt vandaag grote weerklank bij de lokale bevolking en is een referentie voor lobbyacties bij lokale autoriteiten en internationale organisaties in Ituri in Congo.

In 2006 sticht ze het ‘Forum de Concertation Intercommunautaire pour la Paix’ en neemt ze deel aan sensibiliseringsacties inzake vrouwen en verkiezingen. In Bunia voert ze met ASSOCITURI sensibiliseringscampagnes voor vrede en tegen geweld op vrouwen door middel van film en debat. Via haar centrum is Alasha lid van het orgaan ‘Prévention et Vérification des Conflits’ in Ituri.

In België zet ze informatieve en sensibiliserende activiteiten op om de bevolking op de hoogte te brengen van de toestand in Ituri, in het bijzonder de situatie van de vrouwen. Ze is actief lid van verschillende netwerken die zich inzetten voor vrouwenrechten (FIREFEC, Toutes Ensemble, Synergy Chacha).

Nu is zij regionaal minister van Gezondheid in Kisangani, Congo.


Mado Chideka

Mado Chideka zet zich in voor de bevordering van vrouwenrechten in het algemeen en voor de rechten van slachtoffers van seksueel geweld in het bijzonder. Ze engageert zich vrijwillig en onbezoldigd voor vrouwen wereldwijd, ongeacht hun herkomst (Kameroen, Haïti, Rwanda, Kosovo, Congo).

Via haar organisatie Impact Sud steunt ze, verspreid over verschillende landen, projecten die de gelijkheid van vrouwen en mannen mee helpen bevorderen.

Aan de hand van de tentoonstelling ‘Debout ma mère’ en door middel van lezingen werkt ze aan de sensibilisering van het ruime publiek voor de problematiek van seksueel geweld op vrouwen in Zuid-Kivu. Ze werkt ook mee aan de bekendmaking van Resoluties 1325 en 1820 in Oost-Congo.

Mado Chideka is actief lid van verschillende netwerken die ijveren voor vrede, veiligheid en gelijke rechten voor vrouwen. Ook helpt ze vrouwen bruggen te bouwen tussen verschillende groepen in de samenleving.


Ria Convents

Ria Convents springt reeds van in haar studententijd onafgebroken in de bres voor vrede en gerechtigheid. Het thema ‘gelijke rechten en kansen voor vrouwen en holebi’s’ loopt als een rode draad doorheen zowel haar privéleven als haar beroepsloopbaan.

Als vredeactiviste was ze actief betrokken bij het geweldloze verzet tegen de kernwapens in de jaren ‘80 in België en in het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Schotland. Wanneer in de jaren ‘90 de Balkanoorlog uitbrak, organiseerde ze steunacties voor de Bosnische vrouwen en reed ze persoonlijk naar ginder met hulpgoederen, maar ook om de vrouwen een hart onder de riem te steken.

Ze was betrokken bij de oprichting van Vrouwen in ’t Zwart in Leuven en is steeds aanwezig op de wekelijkse wake van Vrouwen in ’t Zwart (1990-1994 en 2002 tot heden) om het geweld en seksueel geweld op vrouwen in Bosnië, Palestina en Oost-Congo aan te klagen. Ze neemt deel aan de conferenties van Women in Black en aan de Women’s Human Rights March in Palestina en Israël. Via Women in Black onderhoudt ze contacten met vrouwen en vredesactivisten wereldwijd. Ze promoot vrede door vrouwen over (conflict)grenzen heen te verenigen door het vrouw-zijn centraal te stellen.


Sabine de Bethune

Sabine de Bethune, Vlaams volksvertegenwoordiger en senator, is reeds jarenlang de stuwende kracht achter nationale en internationale initiatieven voor de bevordering van vrouwenrechten en vrede.

Als voorzitter van de ngo TRIAS en als voorzitter van de Belgische afdeling van AWEPA is ontwikkelingssamenwerking voor haar een absolute prioriteit. Ze zet zich o.m. in voor eerlijke handel, waardig werk, microfinanciering voor kleine economische projecten, familiale landbouw en vrouwenrechten. Ze heeft daarbij steeds aandacht voor empowerment en maatschappelijke gelijkheid van vrouwen.

Haar specifiek engagement voor vrouwenrechten en vrede blijkt uit haar talrijke tussenkomsten en de vele wetsvoorstellen en resoluties over vrouwen, vrede en veiligheid, kinderen in gewapende conflicten die zij indiende, maar ook uit haar werk in de schaduw.


Zuster/Soeur Jeanne Devos

Zuster Jeanne Devos woonde meer dan 40 jaar in India. In 1985 richtte ze er de National Domestic Workers’ Movement op, een beweging die zich bekommert om het lot van Indische dienstmeisjes. Meisjes en vrouwen die bij hun werkgever inwonen en vaak psychisch, lichamelijk en/of seksueel misbruikt worden.

Wat 25 jaar geleden begon met een groep van zeven vrijwilligers groeide ondertussen uit tot een initiatief met meer dan 12.000 actiegroepen van vrouwen en kinderen die hun lot in eigen handen nemen en strijden voor een menswaardig bestaan. Een moeilijke strijd, want eerst wou de Indische overheid het misbruik zelfs niet erkennen, maar 25 jaar inzet hebben toch concrete resultaten opgeleverd: bewustwording en empowerment van de slachtoffers en wettelijke initiatieven om de kinderarbeid aan banden te leggen.

Zuster Jeanne Devos was een van de 1000 vrouwen die in 2005 genomineerd werden voor de Nobelprijs voor de vrede.


Françoise Guillitte

Françoise Guillitte zet zich al vele jaren in voor de bevordering van vrouwenrechten en voor de strijd tegen geweld op vrouwen. Ze doet dit zowel op privé- als op professioneel vlak. Binnen haar werkkader is ze er door haar voortdurende inzet in geslaagd om vrouwenrechten tot een beleidsprioriteit te maken, met bijzondere aandacht voor de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen.

Ze heeft ook belangrijk werk verricht om het beleidsniveau meer aandacht en respect te doen schenken aan de mensenrechten van vrouwen. Ze heeft het seksueel geweld en verkrachtingen van vrouwen als oorlogswapen in Afrika steeds opnieuw weer aangeklaagd. Ze ligt aan de basis van verschillende acties om dit publiekelijk te doen.

Ze mobiliseert parlementairen en werkt samen binnen talrijke netwerken met betrekking tot seksueel en gendergebonden geweld.


Brigitte Herremans

Brigitte Herremans studeerde Oosterse talen en cultuur en internationale politiek, onder andere aan de universiteiten van Jeruzalem en Caïro.

Sinds haar tienertijd is ze gebeten door het conflict tussen Israël en Palestina. Ze is overtuigd dat Europa meer kan en moet doen om vrede in de regio te bewerkstelligen. Hiertoe zijn de stem en de inzet van gewone burgers hier en ginds essentieel. Door een ander beeld te geven van het conflict tracht zij aan te tonen dat vrede en gerechtigheid nauw met elkaar verbonden zijn.

In 2002 kon ze van haar engagement haar beroep maken als medewerker Midden-Oosten van Pax Christi Vlaanderen en Broederlijk Delen. In haar werk en publicaties heeft ze aandacht voor de situatie van vrouwen en de rol van Resolutie 1325 in dit conflictgebied. De veerkracht en inzet van Palestijnse en Israëlische vredesvrouwen die het voortouw nemen in de strijd tegen de scheiding tussen Israëli’s en Palestijnen, sterken haar in haar overtuiging dat een betere toekomst voor de regio mogelijk is.

Herremans moest in september 2016 in Tel Aviv (n.a.v. een inleefreis met jongeren in Israël en de Palestijnse gebieden) een nacht in de cel doorbrengen, waarna ze het land uitgezet werd. Ze mag er tien jaar niet meer binnen. Ze wordt er beschouwd als een bedreiging voor de ‘openbare veiligheid en orde’. Zelf spreekt ze van een heksenjacht tegen mensenrechtenactivisten.


Rishan Kahsay

Rishan Kahsay, een weduwe afkomstig uit Ethiopië, woont met haar twee zonen in West-Vlaanderen.

Als kleinkind van een Ethiopische vroedvrouw zag ze in haar thuisland vele jonge vrouwen en hun baby’s sterven of ernstige gezondheidsproblemen overhouden aan de bevalling en geboorte. Vanuit die ervaring heeft ze de vzw Ethiopië ‘Ik wil leven’ opgericht. Die werkt aan de bouw van een kraamkliniek en voorziet steun voor opleidingen aan dokters en verplegend personeel. Daarnaast probeert men ook de vesico-vaginale fistels te behandelen.

In haar vrije tijd is ze actief binnen Femma en bezoekt ze oude en behoeftige mensen uit haar omgeving. Ze springt altijd in de bres om te helpen en vergeet daarbij zichzelf.


Sabine Kakunga

Sabine Kakunga werkt al meerdere jaren aan het versterken van de banden en het organiseren van het permanent overleg tussen de Belgische vrouwen- en ontwikkelingsorganisaties en de vrouwenorganisaties van de Congolese diaspora. Ze mobiliseert en bezielt de wil om samen te werken in een netwerk. Dit doet ze door personen en organisaties te overtuigen dat we samen sterker staan om zo de invloed van het politieke pleidooi voor vrouwenrechten, ontwikkeling en vrede in Congo, Rwanda en Burundi te versterken.

Sinds enkele jaren kan ze dit engagement combineren met haar werk binnen CNCD- 11.11.11. Haar inzet en gedrevenheid reiken immers verder dan haar werkuren. Deze methode gebruikt ze ook consequent tijdens haar terreinmissies, zelfs over landsgrenzen heen. Een werkwijze die haar hier in België niet altijd in dank wordt afgenomen, maar die essentieel is voor duurzame vrede in de regio.

Door haar volgehouden inzet en actieve betrokkenheid in diverse netwerken en organisaties slaagt ze erin om vooruitgang te boeken op vlak van vrouwenrechten in de regio, waarbij ze steeds de bijdrage van vrouwen aan ontwikkeling, aan democratisering en aan het vreedzaam oplossen van conflicten zichtbaar maakt.


Jeanine Moninga

Jeanine Moninga zet zich door middel van verschillende acties, zowel in het Noorden als in het Zuiden, in voor de strijd tegen armoede en geweld op vrouwen en voor respect voor vrouwenrechten. Ze wil meer autonomie voor en empowerment van vrouwen. Door haar genderexpertise is ze een referentiepersoon voor vele vrouwenorganisaties actief in België en in Congo.

In 1994 was ze in Congo medeoprichtster van FAFED (Forum d’Appui aux Femmes pour l’Education et le Développement de l’Equateur). Ze was actief in de provinciale raad voor vrouwen en als journalist en producent van mediaprogramma’s bracht ze vrouwenzaken onder de aandacht.

Sinds 2000 verblijft ze in België, waar ze samen met vrouwenorganisaties van hier en met de organisaties van de diaspora strijdt voor vrouwenrechten en gendergelijkheid door middel van medewerking aan manifestaties, seminaries, vormingen, werkgroepen, campagnes, …

Ze is lid van verschillende netwerken en vrouwenorganisaties en informeert en sensibiliseert de vrouwen uit de Congolese provincie Equateur over Resoluties 1325 en 1820 van de VN-Veiligheidsraad. Ze voert samen met andere vrouwen acties in België om concrete projecten te steunen m.b.t. scholing voor kinderen en toegang van vrouwen tot (economische) hulpmiddelen.


Anita Purnal

Al van in de jaren ‘60 is Anita Purnal actief betrokken bij de vrouwenrechtenbeweging. In 2003 wordt ze lid van de werkgroep Vrouwenhuis in Istalif van de Vrouwenraad. Sindsdien zet ze zich met een ongeziene gedrevenheid in voor het Vrouwenhuis en reist ze jaarlijks enkele keren naar Afghanistan om het project mee in goede banen te leiden, vaak in moeilijke en barre omstandigheden.

Wanneer in november 2003, kort na de start, de werking van het Vrouwenhuis in het gedrang komt (de lokale leidinggevende vrouwen ontvangen doodsbedreigingen) stapt Anita onverschrokken op de dader af en vraagt ze de officiële steun van de lokale gezagsdrager. Met succes! Uit deze en andere gebeurtenissen blijkt dat Anita geen angst heeft en onversaagd opkomt voor de vrouwen. Zo dwingt ze het respect af van het hele dorp. Eind 2010 zal ze meer dan 16 maanden als onbezoldigd vrijwilliger in Afghanistan gewerkt hebben.

In haar ‘vrije tijd’ in Vlaanderen is ze regelmatig ten voordele van het Vrouwenhuis op de baan: ze zamelt hulpgoederen in en geeft lezingen om het Vrouwenhuis te steunen en om de bevolking op de hoogte te brengen van de blijvende nood aan aandacht en hulp van het Westen.

In 2010 ontving ze voor haar onbaatzuchtige en volgehouden inzet voor vrouwenrechten hier en in Afghanistan de Marie Popelin-prijs van de Vrouwenraad.


Marie-Claire Ruhamya

Marie-Claire Ruhamya is vredesvrouw omwille van haar vastberaden inzet voor de rechten van vrouwen, voor hun maatschappelijke emancipatie en empowerment en omwille van haar inzet voor vrede.

Ze verricht dit werk in verschillende verenigingen: FIREFEC, een koepelorganisatie van vrouwenverenigingen uit de Congolese diaspora, WILPF (Women’s International League for Peace and Freedom), IANSA (International Action Network on Small Arms), SOFEBU en Synergies Africaines pour la Paix.

Ze is actief in België, waar zij werkt aan het verenigen en het versterken van het netwerk van vrouwen uit de Congolese diaspora (FIREFEC) en waar zij ook bruggen bouwt tussen Vlaamse en Franstalige vrouwenorganisaties.

Zij is eveneens actief in Congo, via steun voor SOFEBU, een organisatie die concrete projecten ondersteunt, projecten die vrouwen toelaten om meer actief deel te nemen aan het sociaal-maatschappelijk leven en om zich te positioneren als actor voor vrede en ontwikkeling. Dit project werd onlangs beloond met een cheque van 500 euro, een deel van de winst uit de verkoop van de zakjes met zaad van witte klaprozen.


Geneviève Ryckmans

Geneviève Ryckmans getuigde zowel doorheen haar acties als in haar privéleven van een onvermoeibare inzet voor verzoening, voor de bevordering van vrede en ontwikkeling en van de rechten van vrouwen. Dit als parlementariër (volksvertegenwoordiger en senator), als voorzitter van CNCD /11.11.11 en als vrijwilliger.

Ze deed dit zowel in België als in het buitenland, voornamelijk Congo, waar ze zowel verschillende eigen projecten beheerde (Fonds André Ryckmans) als projecten van andere organisaties ondersteunt (bijvoorbeeld van COCAFEM, een grote vrouwenorganisatie uit de regio van de Grote Meren in Afrika).

Ze was actief in het bestuur van verschillende organisaties met een sociaal-maatschappelijke werking (‘Clé des Champs’, ‘Tropiques’, ‘Colipain’, ‘Les Jacynthes’ in Waals-Brabant en Brussel), lid van de CFFB en actief lid van de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling.

Op Geneviève Ryckmans kon men altijd rekenen. Ze was steeds bereid om te helpen waar ze kon en om haar expertise en kennis te delen, zonder enige opdringerigheid.

Ze was een van de getuigen in de Canvas-reeks ‘De kinderen van de kolonie”.

Geneviève, moeder van vredesvrouw Hélène Ryckmans, overleed op 7 maart 2022.


Miet Smet

Miet Smet vervulde jarenlang een leidinggevende functie in de Belgische politiek. Als politica, maar ook daarnaast, heeft ze zich voortdurend ingezet voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen en mannen. In 2005 kreeg zij daarvoor de Marie Popelin-prijs van de Vrouwenraad.

Vandaag is Miet Smet voorzitter van AWEPA, de vereniging van Europese parlementairen voor Afrika. De vereniging telt meer dan 1500 leden en geeft onder meer opleidingen aan Afrikaanse parlementariërs.

De laatste conferentie in Brussel (oktober 2010) had als thema’s vrouwelijke genitale verminking en vrouwen, oorlog en vrede (Resolutie 1325).

Diep getroffen door de getuigenissen van vrouwen in Oost-Congo, die meestal aan hun lot worden overgelaten, zet Miet Smet in 2008 de actie ‘SOS stop seksuele terreur in Oost-Congo’ op. Naast politieke tussenkomsten werd er ook een hulpfonds opgericht, waarmee vier projecten voor slachtoffers van seksuele terreur gesteund worden.


Lieve Snellings

Lieve Snellings is sinds haar studententijd actief in de vredes-, vrouwenrechten- en holebibeweging.

In de jaren ‘80 is ze actief betrokken bij antimilitarisme en bij het geweldloze verzet tegen de kernwapens in België en in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland en Schotland.

Ze zet zich in voor steunacties voor de Bosnische vrouwen in de jaren ‘90 (in Tuzla), is betrokken bij de oprichting van Vrouwen in ’t Zwart in Leuven, neemt deel aan de wekelijkse wake van Vrouwen in ’t Zwart (1990-1994 en 2002 tot heden) om het (seksueel) geweld op de vrouwen in Bosnië, Palestina en Oost-Congo aan te klagen. Ze nam deel aan de laatste drie internationale conferenties van Women in Black, waar ze instond voor de communicatie en netwerken tussen lokale groepen. Via Women in Black onderhoudt ze contacten met vrouwen wereldwijd. Ze is de beheerder van de Engelstalige WIB-mailinglist en een doorgeefluik voor hun boodschappen in Vlaanderen/België.

Ze documenteert talloze acties op het internet en organiseert diverse tentoonstellingen, bijvoorbeeld vrouwen uit de Balkan, vrouwen uit Palestina/Israël, de internationale conferenties van Vrouwen in ’t Zwart, de antikernwapenacties in Schotland en ‘We are the Fire of Time’ over de ‘Indian Women’s Court on Dowry and Related Forms of Violence’.


Jennie Vanlerberghe

Jennie Vanlerberghe zet zit sinds vele jaren in voor de rechten van vrouwen, vooral in oorlogsgebieden. Vaak gaat ze ter plaatse om de situatie in te schatten. Haar leidraad daarbij is onderricht en economie, waardoor je vrouwen zelfstandigheid en zelfrespect geeft en hen de mogelijkheid biedt om zelf hun lot in handen te nemen.

In 1992 stichtte ze naar aanleiding van de Balkanoorlog de organisatie Moeders voor Vrede. Ze trok naar Kroatië en Kosovo, organiseerde steunacties en zette naaiateliers op in vluchtelingenkampen.
Ze lag aan de basis van meerdere vredesconferenties en -acties in Ieper, met de problematiek van vrouwen en gewapende conflicten op de voorgrond.

In 2002 reisde ze naar Afghanistan. Ze is één van de grondleggers van het Vrouwenhuis in Istalif, niet ver van Kaboel. Sindsdien zet ze zich onafgebroken in voor de ontwikkeling van dit project en voor fondsenwerving: ze reist meerdere keren per jaar naar het land en in België geeft ze lezingen ter ondersteuning.

Moeders voor Vrede lag in 2007 mee aan de basis van de campagne ‘Vrouwenkracht is vredesmacht’ om de uitvoering van Resolutie 1325 door België kracht bij te zetten.

Jennie schreef meerdere boeken en monologen om mensen in Vlaanderen te informeren over de oorlogsgruwel en om hen te sensibiliseren voor vrouwenrechten en voor de onaanvaardbaarheid van het seksueel geweld: Muur der Liefde (1993, over het Balkanconflict), Recht en Onrecht (1995, over de rechten van vrouwen in de wereld), Een mens op de vlucht (2002, over asielzoekers in ons land), Kroniek van onmacht (2005, over Bosnië en Srebrenica), Van Antwerpen tot Jeruzalem (2007, over Israël/Palestina) en Lach niet Khanoem (2008, over de vrouwen in Afghanistan).

Delen

Blijf op de hoogte

schrijf je in op de nieuwsbrief